top of page

Overige

Er zijn meer vormen van amyloïdose, maar die komen niet vaak voor. Deze zeer zeldzame typen zijn grotendeels erfelijk. Net als bij ATTR amyloïdose is de oorzaak een fout in het DNA van een bepaald eiwit. Met als gevolg: ophopingen van amyloïd op één of meer plaatsen. 

Een aantal van deze eiwitten en waar in het lichaam ze problemen veroorzaken:

  • Apolipoproteïne A-I: zenuwen, nieren, hart, lever, strottenhoofd, testikel, huid

  • Apolipoproteïne A-II: nieren, hart

  • Apolipoproteïne A-IV: nieren

  • Apolipoproteïne C-II: nieren

  • Apolipoproteïne C-III: nieren

  • Beta-2 microglobuline: maag-darmstelsel, autonoom zenuwstelsel, speeksel- en traanklieren. Als complicatie van langdurige nierdialyse kan het ook carpaal tunnelsyndroom en heup- en schouderproblemen veroorzaken

  • Cystatine: perifere zenuwen, huid

  • Fibrinogeen : nieren

  • Gelsolin: zenuwen, huid, hoornvlies, nieren, hart

  • Interleukin-31 receptor A: huid 

  • LECT2: nieren

  • Lysozyme: nieren, lever, hart, milt, maag-darmstelsel, speekselklieren 

  • Oncostatin M receptor: huid

  • Prionen: centraal zenuwstelsel

bottom of page